
Foto: Cfedericoccc
Joaquín Ramón Martínez Sabina is geboren in Úbeda, Jaén op 12 februari 1949 maar hij is bekend onder zijn artiestennaam Joaquín Sabina. Hij is zanger en dichter.
Tot op heden heeft hij 16 studio opnames, 5 live opnames en 4 verzamel cd’s gemaakt.
Daar komt dan nog de samenwerking bij met veel beroemde artiesten waarmee hij duo opnames maakte.
Hij schrijft ook liedjes voor andere artiesten zoals Ana Belén en Miguel Ríos. Zijn live opnames zijn opnames waarop hij of solo optrad of in duo met onder andere: La mandrágora (1981) samen met Javier Krahe en Alberto Pérez, Joaquín Sabina y Viceversa en directo (1986) samen met de groep Viceversa, Nos sobran los motivos (2000) en Dos pájaros de un tiro (2007) samen met Joan Manuel Serrat.
Met zijn literair werk maakte hij 9 boeken met teksten van liedjes en gedichten die hij publiceerde in het weekblad Interviú.
In 2001 kreeg hij een herseninfarct die zijn leven in gevaar bracht. Enkele weken later was hij voldoende hersteld om verder te gaan zonder lichamelijke gevolgen maar het accident had een grote invloed op zijn manier van denken. Uiteindelijk bracht hem dit in een grote depressie waardoor hij een tijdlang uit de schijnwerpers verdween.
Zijn eerste jaren
Joaquín Sabina was de zoon van de politiecommissaris van Úbeda en hij schreef zijn eerste teksten op de leeftijd van 14 jaar. Met vrienden begon hij zijn eerste groepje, de “Merry Youngs”, en het repertoire bestond uit werk van Elvis Presley, Chuck Berry en Little Richard.
Tijdens zijn hogere studies stond hij onder de invloed van Fray Luis de León, Jorge Manrique, José Hierro maar ook van Marcel Proust, James Joyce en Herbert Marcuse.
Ballingschap in Londen
In 1968 trekt hij naar Granada waar hij zich inschrijft aan de Faculteit Filosofie en Letteren. Hier ontdekt hij de poëzie van César Vallejo en Pablo Neruda.
Zijn linkse overtuiging krijgt hij door in contact te komen met groepen die tegen de dictatuur van Franco zijn. Dit zelfde jaar kondigt het regime de uitzonderingstoestand af.
In 1970 begint Joaquin mee te werken aan het tijdschrift Poesía 70 waarin werken verschenen van Luis Eduardo Aute en Carlos Cano.
Ook in 1970 gooit hij uit protest tegen het proces van Burgos een molotov cocktail naar een filiaal van de Banco de Bilbao in Granada. Hierna is hij verplicht om in ballingschap te gaan en hij vertrekt naar het buitenland.
Omdat hij geen paspoort heeft vertrekt hij op het paspoort van iemand anders. Samen met zijn vriendin gaat hij eerst naar Parijs en hij blijft er enkele maanden maar later vertrekt hij dan naar Londen waar hij geruime tijd leeft als “kraker”.
De Engelse regering wil hem uiteindelijk aan het Franco regime uitleveren maar zijn vriendin Lesley slaagt er in om eerst de Daily Mirror te mobiliseren en daarna samen met de krant de Engelse bevolking.
Omdat zij zeggen dat de doodstraf op zijn hoofd stond geeft de Britse overheid hem uiteindelijk politiek asiel voor een jaar.
Hij werkte in een club “Antonio Machado” een club die veel Spaanse ballingen als klant heeft. Hier schrijft hij zijn eerste echte teksten die hij in de club vertolkt maar ook in de metro van Londen.
In 1976 publiceerde hij zijn eerste boek met liedjesteksten “Memorias del exilio” en hij begint met het organiseren van concerten voor de Spaanse ballingen in Groot-Brittannië samen met Paco Ibáñez, Lluís Llach, Francesc Pi de la Serra en Elisa Serna.
Terugkeer naar Spanje
In 1977, na de dood van Franco, keert hij naar Spanje terug met een paspoort dat de Spaanse consul hem gegeven had.
In 1978 nam hij dan zijn eerste LP op, “Inventario”. Tegelijk begon zijn carrière in het bar circuit van de Spaanse hoofdstad en trad hij veelvuldig op op de verkiezingscampagnes van de PSP, UGT, PCE PSOE en van de CNT.
In 1978 trad hij op met Javier Krahe en Alberto Pérez in de kelder van het café La Mandrágora.
In 1980 maakte hij dan zijn tweede album “Malas compañías”, een album waarop liedjes stonden die klassiekers werden zoals “Calle Melancolía”, “¡Qué demasiao!” maar het meest speciaal is “Pongamos que hablo de Madrid” dat uitgroeide tot onofficiële volkslied van Madrid.
In 1981 verschijnt “La mandrágora”, een live album met Javier Krahe en Pérez. Hij begint ook met componeren voor andere artiesten zoals Miguel Ríos en Ana Belén. Hij zet zijn eerste stappen met zijn eerste groep Ramillete en hij voegt aan zijn repertoire nieuwe composities toe die meer rock gericht zijn zoals “Pisa el acelerador” en “Juana la Loca”. Deze liedjes zullen een weinig later terug opduiken op zijn derde album, “Ruleta rusa”, uitgekomen in 1983.
Een weinig later scheiden de wegen van Sabina en Krahe en gaan zij beiden hun eigen muzikale weg. In 1985 verlaat hij ook zijn platenmaatschappij CBS en hij gaat naar Ariola omdat hij er meer artistieke vrijheid krijgt en ook meer inkomen.
Ook nog in 1985 begint zijn samenwerking met de groep Viceversa, waarmee hij het album “Juez y parte” maakt. Dit wordt gevolgd door het live album “Joaquín Sabina y Viceversa en directo”, dat opgenomen wordt in het Teatro Salamanca de Madrid. Dit album kent een grote verkoop en het maakt hem bekend bij het grote publiek.
Zijn succes gaat verder in stijgende lijn en dat ziet men aan de verkoopcijfers van zijn volgende albums. In 1987 verkoopt hij 400.000 albums van “Hotel, dulce hotel”.
In 1988 maakt hij “El hombre del traje gris”, een album dat maanden later wordt voorgesteld op de Plaza de Toros Las Ventas de Madrid.
In 1989 richt hij samen met Pancho Varona een uitgeversmaatschappij op waarop vanaf dat moment al zijn liedjes worden uitgegeven.
In dit jaar brengt zijn oude platenmaatschappij weer een album uit zonder zijn toestemming, “Mucho Sabina”.
De albums en de tournees volgen elkaar op, onder andere verschijnen in 1990 het album “Mentiras piadosas”, in 1992 “Física y Química” en in 1994 “Esta boca es mía”.
Tijdens de wetgevende verkiezingen geeft hij zijn steun Izquierda Unida (Verenigd Links).
In 1996 maakt hij “Yo, mi, me, contigo” een album waarmee hij op tournee gaat in het gezelschap van Los Rodríguez. Het album komt op nummer 1 in de verkooplijsten door zijn 80.000 verkochte exemplaren tijdens de eerste week na het uitkomen van het album. Op dit album staat het lied “Y sin embargo” waarvan Joaquín zelf zegt dat het zijn favoriete liefdeslied is.
In 1997 werd Sabina door Fidel Castro ontvangen en hij had een gesprek van 5 uur met hem. Sabina begint een samenwerking met de Argentijnse muzikant Fito Páez. Het resultaat van deze samenwerking was het album “Enemigos íntimos” dat in Spanje op de markt kwam in 1998. Ondertussen werd de promotietour geschrapt door de grote meningsverschillen tussen de beide muzikanten. Op dat moment waren er 70 concerten uitverkocht en daardoor ging Joaquin alleen op tournee, een tournee met de naam Sabina, viuda e hijos en paños menores. De tournee was een groot succes en hij kenmerkte zich door de lange optredens van 3 uur. Sabina werd enkel vergezeld door 3 andere muzikanten: Pancho Varona (gitaar), Antonio García de Diego (gitaar en keyboards) en Olga Román (achtergrond zangeres, percussie en gitaar).
In 1999 komt “19 días y 500 noches” uit, een album dat in Spanje 500.000 verkochte exemplaren had en waarvoor Sabina verschillende prijzen kreeg. Op dit album staan “Una canción para la Magdalena” en “Noches de boda”, twee van de favoriete liedjes van Joaquin.
In de ochtend van 24 augustus 2001 kreeg hij een herseninfarct dat zijn leven in gevaar bracht maar nadat hij hiervan hersteld was zonk hij weg in een diepe depressie. Achteraf zal hij zeggen dat het de langste acht maanden waren uit zijn leven.
In 2002 komt zijn boek “Con buena letra” uit dat illustraties en teksten bevat van al zijn liedjes. Even later is er dan zijn volgende album “Dímelo en la calle” en hiervan zeggen critici dat het het belangrijkste album van het jaar is. Dit album bevat het lied “Como un dolor de muelas” dat hij speciaal geschreven had voor subcomandante Marcos, woordvoerder van het EZLN en leider van de Zapatisten in Chiapas in Mexico.
In april 2003 komt er en een dubbel verzamelalbum uit “Diario de un peatón”.
Door zijn depressie zet hij zijn muzikale carrière op een laag pitje maar gaat hij zijn literaire kant extra benadrukken. Hij schrijft de teksten voor een nieuw album “Entre todas las mujeres” (vrouwenstemmen zingen Sabina). Dit album verschijnt in oktober 2003 en er werken dertien vrouwelijke artiesten aan mee zoals Rosario Flores, Ana Belén, Chavela Vargas en Julieta Venegas.
Ondanks zijn ziekte schrijft en zingt hij in 2003 “Motivos de un sentimiento” en dat is de hymne van de voetbalclub Atlético de Madrid.
2005 was een druk jaar, de burgemeester van Madrid vroeg hem om de openingstoespraak te schrijven voor de feesten van San Isidro Labrador, patroonheilige van de stad. Zijn volgende album kwam uit “Alivio de luto” en dankzij dit album en zijn verknochtheid aan de literatuur kwam hij uiteindelijk uit zijn depressie. Hij publiceerde tevens zijn boek Con buena letra 2 met liedjesteksten.
Hij keert nu na drie jaar inactiviteit terug naar de podia met zijn tour Gira Ultramarina, deze is akoestisch en hij speelt in kleine theaters. Op de tour heeft hij zijn gewone muzikanten Pancho Varona, Olga Román, Antonio García de Diego en Pedro Barceló bij zich.
In 2006 na de tournee Gira Ultramarina, begint hij terug aan een reeks concerten onder de naam Carretera y top manta.
In november kwam “Punto… y seguido” op de markt met 2 dubbele boksen waarin 18 CD’s en 2 DVD zaten.
In 2007 maakte hij een tournee met Joan Manuel Serrat die de naam kreeg Dos pájaros de un tiro. Die tournee begon op 29 juni en bracht hen naar 30 Spaanse 20 Amerikaanse steden. Van de concerten in Madrid werd er een live album en een DVD gemaakt die in december op de markt kwamen.
In 2008 maakt de Nederlandse regisseur Ramon Gieling een film over Sabina met de titel “19 días y 500 noches” en in dit jaar komt het ook tot een verzoening met Fito Páez. Fito nodigt Sabina uit op zijn concert in Madrid en samen nemen ze “Contigo” op, een liedje dat op de laatste CD van Fito staat.
Op 17 november 2009 kwam zijn vijftiende studio album uit “Vinagre y rosas”.
Discografie
Studio albums
* Inventario (1978)
* Malas compañías (1980)
* Ruleta rusa (1984)
* Juez y parte (1985), met Viceversa.
* Hotel, dulce hotel (1987)
* El hombre del traje gris (1988)
* Mentiras piadosas (1990)
* Física y Química (1992)
* Esta boca es mía (1994)
* Yo, mi, me, contigo (1996)
* Enemigos íntimos (1998), met Fito Páez
* 19 días y 500 noches (1999)
* Dímelo en la calle (2002)
* Alivio de luto (2005)
* Vinagre y rosas (2009)
* La orquesta del Titanic (2012), met Joan Manuel Serrat
Live albums
* La mandrágora (1981), met Alberto Pérez en Javier Krahe.
* Joaquín Sabina y Viceversa en directo (1986) met Viceversa
* Nos sobran los motivos (2000)
* Dos pájaros de un tiro (2007), met Joan Manuel Serrat
* En el Luna Park (2012), met Joan Manuel Serrat
Verzamel albums
* Diario de un peatón (2003)
* Todos hablan de ti (2004)
* Punto… y seguido (2006)
* Esencial (2014). twee CD’s
Hommage
* Donde más duele (2002). 12 liedjes van Sabina gezongen door María Jiménez
* …Entre todas las mujeres (2003). 13 liedjes van Sabina gezongen door vrouwen: Chavela Vargas, Rosario Flores, Ana Belén, Soledad Giménez, Pasión Vega, Julieta Venegas en anderen
* La Habana canta a Sabina (2011). Cubaanse muzikanten vertolken Joaquín Sabina.
* Más de cien mentiras (2011). De musical met liedjes van Joaquín Sabina.
* De purísima y oro (2012). Flamenco muzikanten vertolken Joaquín Sabina, met o.a. Niña Pastori, José El Francés en José Mercé.
DVD
* Joaquín Sabina y Viceversa en directo (1986)
* En concierto desde el Teatro Gran Rex de Buenos Aires (2003)
* Nos sobran los motivos (2004)
* Dos pájaros de un tiro (2007), met Joan Manuel Serrat
* En el Luna Park (2012), met Joan Manuel Serrat
Boeken
* Memorias del exilio (1976).
* De lo cantado y sus márgenes (1986).
* El hombre del traje gris (1989).
* Perdonen la tristeza (2000). Samen met Javier Menéndez Flores.
* Ciento volando de catorce (2001).
* Con buena letra (2002).
* Esta boca es mía (2005).
* Con buena letra 2 (2005).
* Sabina en carne viva. Yo también sé jugarme la boca (2006). Samen met Javier Menéndez Flores.
* Esta boca sigue siendo mía (2007).
* A vuelta de correo (2007).
* Con buena letra 3 (2010). Bundeling van teksten met o.a. de teksten van de 14 liedjes op Vinagre y rosas.
* El grito en el suelo (2012). Bundeling van zijn poëzie uit de krant Público.
Joaquin heeft een website en die kan je vinden op Joaquin Sabina.