Vanaf 2020 moet een Spaanse werknemer, om van een volledig pensioen te genieten, tenminste 65 jaar en 10 maanden oud zijn. Zoals in het verleden werd afgesproken gaat de pensioenleeftijd vanaf 2013 tot aan 2027 geleidelijk omhoog van 65 jaar naar 67 jaar. Heb je echter meer dan 37 jaar gewerkt dan kun je in 2020 met 65 jaar met pensioen.
Alle Spaanse inwoners die na 1948 geboren zijn hebben te maken met deze progressieve stijging van de pensioenleeftijd terwijl die werknemers die in 1960 en daarna zijn geboren niet met pensioen kunnen gaan voor hun 67 jaar, tenzij men tenminste 38 jaar en 6 maanden elke maand een bijdrage heeft bijgedragen aan de sociale zekerheid.
Met de geleidelijke stijging werd in 2013 begonnen toen men in dat eerste jaar een pensioenleeftijd had van 65 jaar en 1 maand om recht te hebben op het volledige pensioen.
In 2020 wordt de pensioenleeftijd 65 jaar en 10 maanden gevolgd door 66 jaar in 2021 enzoverder. Vanaf het jaar 2027 dient men tenminste 67 jaar oud te zijn om 100% van je pensioen te ontvangen.
Terwijl de pensioenleeftijd met 2 maanden omhoog gaat tot in 2027 is dat bij de gewerkte jaren 3 maanden tot aan 2027. Dat wil zeggen dat iemand die in 2020 37 jaar gewerkt heeft al met 65 jaar met pensioen mag en recht heeft op 100% van zijn pensioen. In 2021 is dat 37 jaar en 3 maanden om uiteindelijk in 2027 38 jaar en 6 maanden te hebben om 100% pensioen te kunnen ontvangen met 65 jaar.