Spaanse openbare aanklagers hebben beroep aangetekend tegen de beslissing om pro-onafhankelijkheidsleiders gevangenisverlof te geven.
De Spaanse openbare aanklagers beginnen een rechtszaak tegen het gebruik van artikel 100.2 van de Spaanse grondwet door enkele gevangen gezette pro-onafhankelijkheidsleiders.
Het artikel stelt dat maximaal vier van de gevangenen de gevangenis voor een vast aantal uren per dag en dagen per week kunnen verlaten om te werken en om voor familieleden te zorgen.
Het parket heeft hoger beroep ingesteld tegen het verlenen van toestemming aan gevangengenomen activist Jordi Sànchez, met het argument dat het vrijwilligerswerk dat hij zal doen niet zal dienen als een passende straf voor de opruiing, waarvan hij in oktober in het Spaanse Hooggerechtshof is veroordeeld.
De aanklager is ook van mening dat het misdrijf ‘uitzonderlijk’ is en vereist daarom de meest ‘restrictieve interpretatie’ als het gaat om het toekennen van al dan niet overdag gevangenisverlof.
Volgens de aanklagers moet Sanchez eerst heropgevoed worden en op heden heeft hij nog geen enkel heropvoedingsprogramma doorlopen en hij kan bijgevolg niet terugkeren in de maatschappij.
In totaal kregen Jordi Cuixart, Jordi Sànchez, Carme Forcadell, Quim Forn en Dolors Bassa toestemming om de gevangenis te verlaten met behulp van het betreffende constitutionele artikel.