Spanje is nog steeds een van de Europese landen met het hoogste percentage mensen tussen 18 en 24 jaar dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt, een groep die in Spanje bekend staat als NEETS (not in education, employment or training) of ninis, naar de Spaanse uitdrukking ni estudia ni trabaja.
In totaal viel 19,9% van de jongeren in 2020 in deze categorie, blijkt uit het rapport Education at a Glance 2021, dat donderdag gepresenteerd werd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OCDE). Alleen Italië, met 24,8%, registreerde een hoger aandeel jongeren die niet werken of studeren. Griekenland staat met 19,3% op de derde plaats.
Volgens experts hebben de pandemie van het coronavirus en de impact ervan op het onderwijs en de arbeidsmarkt er mogelijk toe bijgedragen dat Spanje zo ver achterloopt op andere Europese landen, zoals Duitsland, Noorwegen en Zweden, waar het percentage NEET’s minder dan 10% is.
De pandemie heeft veel van de banen vernietigd waar jongeren gemakkelijk toegang toe hebben zonder opleiding, met name in de dienstensector, zegt Nacho Sequeira, de directeur van Fundación Exit, die zich inzet voor het helpen van kwetsbare jongeren om aan de slag te gaan.
Volgens hem is de arbeidsmarkt erg gepolariseerd. Daarin zitten hoogopgeleide mensen in sectoren als techniek, terwijl mensen in een moeilijkere situatie veroordeeld zijn tot tijdelijk werk en voortdurend hun baan verliezen. Dit is door de pandemie geïntensiveerd, voegt hij eraan toe.
Wat onderwijs betreft, hadden jongeren in Spanje de extra moeilijkheid om op afstand te studeren, omdat de pandemie dwong om de lessen online te volgen. Dit bleek vooral een uitdaging voor degenen die problemen hadden met internet of die geen digitale apparaten hadden.
Jarenlang daalde het percentage jongeren in Spanje dat niet werkt of studeert, maar dit veranderde in 2020, een trend die in alle OESO-landen te zien was. Het percentage daalde van 23,2% in 2016 naar 20,9% in 2017, 20,2% in 2018 en 19,7% in 2019 en steeg vervolgens naar 19,9% in 2020. Ondertussen ging het gemiddelde voor de OESO-landen van 15,8% in 2016 naar 14,1% in 2019 om daarna eveneens te stijgen in 2020, tot 14,6%.
Het OESO-rapport maakt onderscheid tussen jongeren die werkloos zijn maar actief op zoek zijn naar werk, en jongeren die niet actief zijn: noch in het onderwijs, noch op zoek naar werk. In Spanje vertegenwoordigen deze laatste 46% van alle NEET’s. Rekening houdend met de hele leeftijdsgroep van 18-24 jaar in Spanje, vertegenwoordigen zij 9,2%, vergeleken met het OESO-gemiddelde van 9,3% en het gemiddelde van de Europese Unie van 7,7%. De landen met het kleinste percentage inactieve NEET’s zijn Zweden (5%), Duitsland (5,3%) en Nederland (5,5%).
In veel OESO-landen is de grote meerderheid van de jonge mannen werkloos, terwijl de meeste vrouwen inactief zijn. Hetzelfde geldt voor Spanje: 50,1% van de NEET-vrouwen is inactief, terwijl 42,7% van de NEET-mannen werkloos is.
Uit een onderzoek van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofund) blijkt dat 90% van de jongeren die niet werken of studeren omdat ze voor kinderen of ouderen zorgen, vrouwen zijn, die mogelijk gedurende meerdere jaren niet in staat zijn zorg combineren met werk of studie.