Na een politieke impasse van zo’n tien maanden kunnen de Spanjaarden weer opgelucht ademhalen. De sociaaldemocratische partij PSOE heeft besloten een conservatieve minderheidsregering onder leiding van Mariano Rajoy uiteindelijk toch te gedogen. Honderdnegenendertig partijleden stemden voor, 96 stemden tegen.
De vierde grootste economie van de eurozone zit sinds eind vorig jaar in een patstelling. De parlementsverkiezingen van 20 december 2015 en 26 juni 2016 leidden nooit tot de vorming van een nieuwe regering.De conservatieve Partido Popular van uittredend premier Mariano Rajoy kwam telkens als sterkste partij uit de bus, maar kon geen absolute meerderheid verwerven.
De onderhandelingen over de vorming van een coalitieregering draaiden telkens op een sisser uit omdat de sociaaldemocratische partijleider Pedro Sanchez lange tijd een minderheidsregering blokkeerde. Maar na toenemende interne kritiek was Sanchez op 1 oktober afgetreden.Nochtans was de verdeeldheid binnen de PSOE groot. Honderden partijleden protesteerden gisteren voor de partijzetel nog tegen het gedogen van een regering-Rajoy.
Volgens Javier Fernandez, voorzitter van het interimbestuur van de PSOE, ging het erom “het kleinere kwaad te kiezen”. Een zwakke conservatieve regering is in zijn ogen beter dan nieuwe parlementsverkiezingen in december.
De tijd drong sowieso. Als er tegen 31 oktober geen compromis was over een nieuwe regeringsleider, had koning Felipe VI het parlement moeten ontbinden en de Spanjaarden kort voor Kerstmis voor de derde keer in ongeveer een jaar naar de stembus moeten roepen. Het Spaanse parlement moet nu de komende dagen over een nieuwe regering stemmen. Daarbij zullen de socialisten zich onthouden.